maandag 26 augustus 2013

Dag 76: By the rivers of St Julien

Wat een uitvinding: zo'n riviertje met stromend net-iets-te-fris-maar-het-went-na-een-tijdje-water, keitjes, wat zand, een oever om de handdoek te spreiden en de schaduw van een brug of boom als bescherming tegen de ergste zon. Ik zou er wel zo eentje willen in de tuin want het hield de kinderen uren zoet met niets meer dan natuurelementen en wat plastic speeltuig. Door de hele vallei stromen waterloopjes met parmantige namen als 'La Sure', 'La Drôme', 'La Chaumette' en 'Le Bès'. Hun grillige bochten kronkelen verleidelijk door het landschap en nodigen uit tot een frisse duik. Als sirenen lokken ze de oververhitte toeristen met de belofte van verkoeling en vertier. Er was dus geen ontsnappen aan, praktisch dagelijks zakten we af naar zo'n plekje langs de waterkant. We schaarden wat voedsel, flessenwater, leesvoer en kinderen in zwemgoed bij elkaar en wandelen zo met pak en zak tot beneden aan de stroom.
De eerste week moest ik nog al te vaak mijn boek terug neer leggen wegens
- "mama, kom eens kijken naar die speetsjieaale steen"
- "mama, ik wil een dam bouwen en het lukt niet, ga je mij helpen?"
- "mama, ik heb koude voeten, ga je mij dragen naar de overkant?"
- "mama ik verveel mij" (variaties op dit thema waren onder andere honger dorst, behoefte aan lichaamscontact, aan verkoeling, aan verwarming, kaka, pipi, ... de rij blijkt eindeloos).
Van lezen was er dus niet veel sprake maar dat beterde gelukkig met de komst van de kameraadjes.
Zo konden de luie moekes al eens wat liggen zonnen, 2 seconden de ogen sluiten of een hoofdstuk bladvoer vermalen terwijl de kroost ploeterde, plonsde en peddelde. Ook scharrelbaby Folke vond zijn genoegdoening in het doelloos verplaatsen van stenen en korrels zand, het overgieten van zijn tenen met frigofris water en snuffelen in de modder van de oever.
Een keer kwamen we in een hachelijke situatie terecht toen rebelse Ferre mijn verbod om naar de overkant te waden had genegeerd. We bevonden ons toen in een meander van de Drôme, niet ver van Die. Op die plaats werd er duchtig gekajakt omwille van de stroomversnellingen en de iets dieper liggende bedding. Ik had dus Ferre ten stelligste verboden om in zo'n versnelling te spelen aangezien hij zelf nog niet kan zwemmen. Ik was even bezig met Folke en Bente toen ik boven mij gestommel hoorde. We zaten namelijk net onder de 'Passerelle du pont rompu', een ijzeren wandelbrug boven de rivier. Meneertje had er niets beter op gevonden dan zich te voet naar de overkant te begeven en wou dan maar van daar de terugtocht naar de moederlijke oever ondernemen. Ik dacht zelfs even dat het hem ging lukken tot hij midden de rivier vervaarlijk begon te wankelen en net niet het evenwicht verloor. Indien dat gebeuren zou dan werd hij meegesleurd door het bruisende water, en ik mag er niet aan denken welke gevolgen dit zou hebben. Ik veerde recht en probeerde mijn zoon van aan de andere kant tegemoet te gaan en de hand te reiken. Ook voor mij was het vloeiende water echter te krachtig en ik geraakte amper vooruit. Een passerende kajak zag onmiddellijk dat we in nood waren en stuurde zichzelf naar de kant. De stuurman kon met enkele kordate passen als een zalm stroomopwaarts tot bij Ferre raken en plukte hem uit het water. Hij kreeg daarbij een vermaning in het Frans die hij niet verstond in woorden maar wel in lichaamstaal, zo'n avontuur zou hij geen twee maal ondernemen. Deze keer was het dus goed afgelopen maar met Jasmien er bij was ik toch blij met het extra paar ogen om de kleintjes in de gaten te houden. Tot slot enkele foto's van ons rivierplezier:






Geen opmerkingen: