zondag 19 juli 2015

Grof geschut

Toen ik nog studente was kon ik mij meestal ongestoord in het openbaar begeven, een zeldzame fluitende bouwvakker (wat ik natuurlijk als een compliment beschouwde) of een lallende zatlap niet nagelaten. Wanneer ik echter begon te kinderen veranderde dat op slag; van de ene dag op de andere word je dan publiek bezit en loslopend wild voor commentaar, opmerkingen en ongevraagde suggesties.
Het begon al tijdens de zwangerschap van Ferre. Van zodra mijn buikregio enigszins begon op te bollen en mijn zonde dus zichtbaar werd kwamen onbekenden mij aanspreken. Zo merkte een besnorde kerel in de lift luidkeels op dat ik 'wel hard tegen de hoek van de tafel was gelopen' en of ik 'veel had moeten oefenen'?! Amper bekomen van deze grove uitlatingen kwamen de volgende charges onder de vorm van oude vrouwtjes met hun priemende blikken en hun onoriginele vraagstelling, de ervaren moeders met een overdaad aan raad en de ergste soort 'de anonieme buikbetasters'. Van rustig en ongehinderd de trein nemen, aan de kassa aanschuiven of op de bus wachten was nu geen sprake meer, er moest en er zou gecommuniceerd worden over de bevruchting en alle gevolgen van dien. Openlijk commentaar leveren over iemand zijn uiterlijk en gewicht is normaal gezien maatschappelijk not done, maar voor zwangeren gaat die regel niet op, die mag je ongestoord verwijten voor 'dik', 'gezwollen', 'convoi exceptionnel' of 'op gevaar van ontploffen'. Vaak krijg je er een gratis body-analyse bovenop, waarbij er beoordeeld wordt of je achtersteven dan wel of niet mee uit gedeind is, of je enkels niet teveel vocht vasthouden en en passant gooien ze er ook nog eens een non-compliment over je gezicht bij als toemaatje (getrokken, puisterig, opgeblazen of gewoon niet om aan te zien).
Na de bevalling worden de aanmerkingen over je lichaam weer netjes achter je rug gefluisterd, maar dan eigenen de mensen zich wel het recht toe om over je kinderen te oordelen. Opnieuw word je onderworpen aan een eindeloze stroom van steeds dezelfde vragen (leeftijd, geslacht, naam, karakter en lotsbestemming van het jong passeren in speeddate-tempo de revue), de allerfoutste tips ('neen ik ga echt geen cognac aan een fopspeen smeren om hem te doen slapen'), ongegeneerde kritiek of mededingers in de competitie 'de dwaaste vraag van vandaag'.
De mate waarin ik mij erger aan al die conversaties met onbekenden verschilt heel erg, afhankelijk van mijn geduld, het aantal uren slaap die mij gegund waren of de aard van de gesprekken.
Zo vind ik het helemaal niet erg om een babbeltje te slaan met een vriendelijk oud vrouwtje die mij complimenteert over mijn extreem mooie kinderen en ondertussen zachtjes 'koetchie-koetchie' doet met de baby. Maar als hetzelfde gerimpelde besje lastige vragen begint te stellen terwijl mijn gebroed elk in een andere windrichting verdwijnt dan zijn mijn antwoorden net een tikkeltje meer kortaf.
Ook het afhandelen van fout advies heb ik ondertussen al aardig onder de knie. Na meer dan 8 jaar bewust moederen durf ik mij wel een expert noemen op gebied van mijn eigen kroost en dus hanteer ik netjes de 'knikken en wissen'-tactiek voor raadgevingen die ik toch nimmer ga opvolgen. Vragen waar overduidelijk niet over nagedacht is daarop repliceer ik simpelweg met een fikse dosis sarcasme of ironie ('ja je hebt gelijk, mijn boreling kan inderdaad niet meer ademen in die draagdoek maar dat is geen probleem want ik heb thuis nog 3 kinderen extra' of 'jawel ik ben al bevallen hoor, ik ben gewoon al terug zwanger en dan maar meteen van een zesling')
Daarnaast is er nog een categorie 'bizarre of perverse reacties'. Daaronder vallen klassiekers als de groenteman die mij nariep 'jij sexy met baby', de vraag of ik bij het geven van borstvoeding opgewonden word of de gast die het erotisch vond dat mijn kleintje bij mij in de doek zat omdat het door zijn hoofdje leek alsof ik een gigantische borst had. Voor deze moet ik nog even oefenen op gepast reageren want meestal sta ik gewoon met mijn mond vol tanden.
Een toppertje die ik de laatste tijd al 2 keer hoorde is echter de vraag of 'dit de jongste is', waarbij de persoon in kwestie ons vaag kent, weet dat we 4 nakomelingen hebben, met priemende vinger wijst naar Birke (dus echt wel de laatste in de rij) en er dan vanuit gaat dat ik eigenlijk nog ergens een jongere wurm verstopt heb zitten. Een snelle berekening leert mij dat dit technisch gezien misschien wel mogelijk is, maar dan zou ik in principe opnieuw zwanger moeten geraakt zijn de dag van de bevalling. Ik denk dat de kans dat dit voorvalt nog net iets kleiner is dan het winnen van de lotto terwijl je nooit meespeelt.
Ik verlang dus best wel naar het moment dat ik weer heerlijk anoniem de bus kan nemen, een boek kan lezen op de trein of genieten van de stilte in een wachtrij. Dat er weer netjes achter mijn rug word geroddeld zoals het hoort en dat het bouwvakker één keer per jaar fluit naar mij, gewoon voor de vorm.
Of is dat te utopisch van mij?

maandag 22 juni 2015

Instant-slaap

Eindelijk zit hij er bijna door, die vermaledijde tand nummer 3 bij kind nummer 4, die ons al meer dan een week rotnachten bezorgd. Dat in combinatie met een fikse nasofaryngitis (klinkt dramatischer dan gewoon 'verkoudheid') en wellicht een ooronsteking maakten van onze zuurverdiende nachtrust een echte bedhel.
Zelden halen mensen een baby in huis omdat ze denken dat dit hun slaap zal bevorderen, maar er zijn wel verschillende gradaties aan de postnatale insomnia die je er gratis bij krijgt. Grofweg kan ik onze nachten verdelen in volgende categorieën:

- een goeie nacht: baby wordt ongeveer 5 keer wakker om te drinken, baant zichzelf happend een weg naar de borst, drinkt enkele minuten alsof hij net de Gobiwoestijn heeft doorkruist, valt vervolgens voldaan weer in slaap en ik kan hem loskoppelen, een halve meter van mij af rollen en zonder verpinken zelf terug indommelen. Meestal weet ik 's morgens niet meer hoeveel keer ik als tankstation heb gefungeerd en dat is een goed teken. We staan fit, vrolijk en net niet uitgerust op maar we trekken het zonder problemen een volledige dag.
- een minder goede nacht: baby wordt meer dan normaal wakker, dit kan oplopen tot 1x per uur, de melkbar dient een extra voorraad in te slaan wat zich kan vertalen in een lekkende installatie en een bed vol moedermelk. Voor de rest hetzelfde scenario als bij een goede nacht: even op de tanden bijten (moeder, niet de baby gelukkig) en zonder een centje pijn terug verder soezen. Deze periodes duren meestal enkele dagen en vallen samen met een ontwikkelingssprong, een groeispurt of gewoon een onverklaarbare drang om lekker veel te zuipen. Net als ze roofbouw beginnen plegen op het moederschip zijn ze weer voorbij en worden het terug goeie nachten.
- een slechte nacht: Wordt meestal niet zozeer gekenmerkt door het aantal keer dat de baby wakker wordt maar eerder door de duur van het waakzaam zijn. Niets zo vervelend als een koter die na het drinken plots beslist dat het tijd is om even te gaan spelen en daarbij negeert dat het 3u in de nacht is. De afgepeigerde moeder is het na een minuut al kotsbeu en wil haar broodnodige slaap terwijl baby met gemak een uur of 2 kan doorgaan tot hij in het 'jengelstadium' komt. Vervolgens is het bed het tafereel van een vreemdsoortige dans waarbij moeder tevergeefs de baby in coma probeert te slaan met haar tepel en het kleine smeerlapje aanhapt, loslaat, het op een blèren zet, de andere kant van het buffet wil proberen, terug vrijgeeft, en dat tot beiden uiteindelijk uitgeput knock-out vallen.
- een hele slechte nacht: idem als hierboven, maar dan net als moeder in de armen van Morpheus ligt dan wordt er een ander kind wakker, bij voorkeur omwille van een totaal zinloze reden ('ik heb het dopje van mijn roze viltstift nog niet dicht gedaan', 'ik wil graag een glaasje versgeperst druivensap' of 'hoeveel keer slapen is het nog voor het mijn verjaardag is?') en is de nacht compleet om zeep.

Daarnaast heb je ook nog 2 soorten nachten die hors-categorie vallen, omdat ze zelden voorkomen:

- de heel goede nacht: iedereen slaapt het klokje rond, geen enkel kind wordt wakker, moeder geraakt feilloos aan minimum 8 uur nachtrust en er is geen vuiltje aan de lucht. Gebeurt 1 keer per jaar, tenzij je 4 kinderen hebt, dan is het wachten tot ze allemaal het huis uit zijn.
- de echt rottige nacht: Het aantal minuten slaap is op 1 hand te tellen. Meestal komt dit door een combinatie van factoren en 2 dergelijke nachten op een rij zijn voldoende om de rest van de maand te verknallen.
Zo'n leukerds hebben wij dus vorige week gehad. Met een baby die voor 90% uit slijm en snot leek te bestaan en rochelend aan de borst lag te pruttelen om daarna 2 uur lang over te gaan op krijsmodus en op geen enkele manier te kalmeren was. Ik geef zelfs toe dat ik hem op een bepaald moment gewoon in de verste hoek van de co-sleeper heb geduwd en mijn rug heb gedraaid (natuurlijk hou ik dit nog geen minuut vol en trek ik het snerpend biggetje dan toch maar weer tegen mij aan). Het meest frustrerende in dit verhaal is dan nog dat de kleine 's morgens geen enkel spoor van vernieling lijkt te vertonen, terwijl de grote zich als een zombie door de dag moet slepen.
Maar gisteren kwam hij dus bloederig en vlijmscherp piepen, de eerste tand bovenaan, de rotzak die van mijn lieve honingbolletje een irritant duivelsjong heeft gemaakt. Het herstel en terugwinnen van wat slaapuurtjes kan nu hopelijk ingezet worden want ondertussen zijn zowel vader als moeder geveld. En terwijl ik dit schrijf ligt de kleine dictator prinsheerlijk te slapen in ons grote bed, zich van geen kwaad bewust.


dinsdag 2 juni 2015

Geschwisterliebe

Na exact 2 jaar en 2 maanden werd de alleenheerschappij van koning Ferre Pjotr Casimir doorbroken. Op een zaterdag in mei kwam er een troonopvolgster bij en moest de moederkoek voortaan gedeeld worden.
Ik had gelukkig 9 maanden tijd gehad om mij helemaal in te lezen in de materie en potentiële veldslagen te anticiperen. Volgens gerenommeerde academische naslagwerken zoals 'Ouders van Nu' mocht ik mij bij de oudste verwachten aan jaloerse driftbuien, terugkerend babygedrag, stiekeme aanvallen op de hulpeloze zuigeling of net het compleet negeren van haar bestaan. We hadden ons al schrap gezet voor een helse strijd maar de eerste 2 jaren gebeurde er niets van dat. Tot onze grote verbazing sloot de kleine tiran de prinses meteen in zijn hart en na enkele weken was het alsof we altijd met zijn vieren geweest waren.
De ellende kwam pas achteraf, kort nadat Bente gestart was met haar schoolcarrière. Tot dan toe had ze zich voorbeeldig geschikt naar de wensen en grillen van haar oudere broer en gediend als zitzak, stootkussen, zondebok en speeltuig. Ze liet zich zonder morren eten en speelgoed uit de handjes stelen en ondanks de lauwe interesse van zijn kant was ze één en al adoratie voor die rebelse krullenkop.
In de klas kwam ze echter plots tot het besef dat ze al jaren met zich liet sollen. Bij mijn volgzame, rustige baby groeide er eensklaps haar op de melktandjes en ze ontplooide zich tot een mondige kleuter die zich niet langer op de kop liet kakken. Voortaan begon ze te vechten voor haar territorium en haar bezit. Vanaf dan was het gedaan met de rust, de rush naar ouderlijke aandacht werd ingezet en de adoratie maakte plaats voor rivaliteit. Voortaan moest alles minutieus in gelijke porties verdeeld worden: liefde, voedsel en alle materiële zaken; een vermoeden van voortrekkerij was al voldoende om de boel in lichterlaaie te zetten. De kleinste moest daarbij meestal het onderspit delven wegens fysiek achtergesteld maar dat compenseerde ze bij voorkeur met een groter stemvolume en schreeuwfactor 9.
Na de geboorte van nummer 3 veranderden de verhoudingen opnieuw. De oudste zag vooral een bondgenoot in zijn kleinere broer, terwijl de dochter de grond onder haar voeten heet voelde worden en de alle registers open trok om haar moeilijk verworven positie ten allen tijde te verdedigen (had ik die boeken dan toch niet voor niets gelezen). De opflakkering van jaloezie was gelukkig van korte duur want opnieuw hadden wij gekozen voor een boreling van het gedweeë type en met zijn blonde haartjes, diepblauwe ogen en ontwapenende glimlach kon hij de oudere overtuigen van zijn onschuld. Zelfs zijn schoolgaan maakte niet bijzonder veel verschil want hij bleef eerder zijn pacifistische aard trouw.
En toen kwam er nog eentje bij.
Eventjes was het terug zoeken naar hun plek maar qua jaloezie bleef het bij een kleine rimpeling op het wateroppervlakte. Folke besefte zelf amper dat hij zijn benjaminspositie en de bijbehorende extralegale voordelen kwijt was en zette zonder problemen een stap opzij. Het ventje had immers nog maar zelden van onverdeelde aandacht kunnen genieten en miste het dan ook niet. De storm tussen kind 1 en 2 bleef daarentegen onvermoeid verder razen. Dagelijks terugkerende ergernissen zijn het spanningsveld stilte-lawaai (het eeuwige gezang van de dochter dat enorm op de zenuwen van de oudste werkt), de ongelijke verdeling van goederen en diensten, de tegenstrijdige interesse (minecraft, computerspelletjes en games versus prinsessen, nagellak en barbies), gendergerelateerde wrevel, verkeerde communicatie, ... kortom elke scheet is hier zowat een atoombom die ontploft. Van broeder/zusterliefde is er nog niet echt sprake, maar als ik dan terugdenk aan mijn eigen jeugd dan maak ik mij geen zorgen. Ik heb zowat altijd op voet van oorlog geleefd met mijn middelste zus. We bestoken elkaar niet enkel met scheldwoorden maar dikwijls kwam er zelfs fysiek geweld bij te pas (met stoelen gooien, knijpen, haren trekken, ...). Pas toen ik het huis uit ging om te trouwen veranderde de verstandhouding en was er opeens geen vuiltje meer aan de lucht. Ik leef dus op hoop, over 18 jaar hoef ik vast niet meer te bemiddelen bij al dat gekibbel. Dan gaan ze misschien wel blij zijn dat ze elkaar hebben om lief en leed te delen, terwijl dat nu nog niet eens lukt met een koek.

zaterdag 23 mei 2015

Een levenslied II

Pamperblues

I've got the blues (tududududu)
de pamperblues (tududududu)
Overal kak (tududududu)
tot in my shoes

Spuitende uiers, zeiknatte luiers,
druipend overal
Pruilen, huilen, wie wil ruilen?
Mijn huis is echt een stal

Ik sta paraat (tududududu)
Ik ruik onraad (tududududu)
t' alarm gaat af (tududududu)
het is weer straf

Kilo's stront uit zo'n kinderkont,
ik raak gewoon niet rond
Niet te geloven, wat steekt zo een koter
toch allemaal in zijn mond?

Mijn wasmasjien (tududududu)
is al kapot (tududududu)
Mijn weerstand ook (tududududu)
Mijn vent wordt zot!

O jee, o nee, tis diarree,
het loopt tot in zijn nek
alles volgescheten, nee
geen enkele droge plek

Wat een shit (tududududu)
waar ik in zit (tududududu)
maar tis voer (tududududu)
voor een nieuwe hit

Nog enkele jaren, ik ben aan het sparen
want dan is het gedaan
En dan doen die lieve kindjes
MIJ een pamper aan!




donderdag 19 maart 2015

Een levenslied

Ik zit hier in de wachtzaal bij de uroloog,
mijn man die is naar binnen en ik hou het echt niet droog.
Ze gaan zijn ballen knippen, alles moet eraf.
Hij is gewoon te vruchtbaar en dat is dan nu zijn straf.

Vasectomie, vasectomie
Ik wil wel nog 1 maar hij nie
Vasectomie, vasectomie
Dus neemt hij een vasectomie
Vasectomie, vasectomie
1 knip en tis ribbedebie
Vasectomie, vasectomie
Smurfenballen voor een dag of drie

Ik kan het niet geloven, het is echt voorbij;
nimmer nog een levend wezen dat groeit in mij.
Of het zou dan toch een lintworm moeten zijn,
maar dat is niet hetzelfde en dat doet een beetje pijn.

Vasectomie, vasectomie
Ik wil wel nog 1 maar hij nie
Vasectomie, vasectomie
Dus neemt hij een vasectomie
Vasectomie, vasectomie
1 knip en tis ribbedebie
Vasectomie, vasectomie
Smurfenballen voor een dag of drie

Onze bakfiets zit dan wel al barstensvol,
maar nog steeds voelt mijn hart een beetje hol. 
We moeten ergens stoppen, we hebben er al vier
en daarom krijg ik nu een os mee, in plaats van een stier.

Vasectomie, vasectomie
Ik wil wel nog 1 maar hij nie
Vasectomie, vasectomie
Dus neemt hij een vasectomie
Vasectomie, vasectomie
1 knip en tis ribbedebie
Vasectomie, vasectomie
Smurfenballen voor een dag of drie

Toch maak ik mij geen zorgen, mijn man die is al oud.
Straks gaat hij vast de pijp uit en dan ben ik zo hertrouwd.
Dan zoek ik mij een jonge en viriele man,
die nog wat kinderen wil en het effectief ook kan.

Vasectomie, vasectomie
Ik wil wel nog 1 maar hij nie
Vasectomie, vasectomie
Dus neemt hij een vasectomie
Vasectomie, vasectomie
1 knip en tis ribbedebie
Vasectomie, vasectomie
Smurfenballen voor een dag of drie....
 
 
Video:
Klik 

maandag 16 maart 2015

Nostalgisch? Ikke?

Maandagnacht 16/03 01.31u
Ik heb duidelijk iets verkeerds gegeten en lig al een uur wakker van de krampen. Ideaal voor een trip down memory lane, want 6 maanden geleden werd ik op een gelijkaardige dinsdagnacht om 5u gewekt door een knoert van een wee.
Na weken vol 'oefencontracties' wist ik deze keer meteen dat het raak was. Hoe belachelijk ook die 'oefenweeën', alsof mijn lijf na 3 keer nog niet zou weten langs welke uitgang de meereizende passagier het moederschip diende te verlaten?! Misschien was het uit wraak voor de pijlsnelle raketbevalling van Folke (nog geen anderhalf uur tussen de eerste wee en de eerste 'whei') dat ik bij kind 4 een maand lang vergast werd met weetjes?
Heerlijk mijmerend denk ik vandaag terug aan die speciale dinsdagochtend die een half jaar geleden ons leven definitief veranderde. Hoe ik de eerste krachtige contracties samen met zoonlief (die toen zijn laatste uurtjes als benjamin van het gezin inzette) in bed opving. Hoe ik een uurtje later toch maar opstond om de boterhammen voor de kinderen te smeren (oh ja, zelfs in volle bevallende modus ben ik daar nog steeds beter in dan de man des huizes). Hoe ik daarna nog per se de vaatwas wou legen en tussendoor 2 keer vastgeklampt aan de machine stond te puffen en te blazen; waarop ik in de zetel nog wat verder aan het baren ging zonder dat de kinderen in de living bij mij beseften welke zware en unieke werkzaamheden er plaats vonden. Bij de aankomst van de vroedvrouw en de dokter was het spannende moment aangebroken waarop er gecheckt werd hoe goed ik dan wel al mijn best had gedaan en met mijn 8 cm opening in 2 uurtjes tijd waande ik mij meteen Belgisch Kampioene op de 100 meter ontsluiting. Als we het volgende uur voor het gemak nog even fast forward afspelen (weeën ondergaan op een chemisch toilet in de gang, stilte voor de storm, gevloek en gepers, een reuzenhoofd en een paar schouders waar een bodybuilder jaloers op zou zijn door een sleutelgat duwen en en passant nog even 'doktertje' meespelen met de twee-en-een-half-jarige, ..) dan was ik om 8u15 mama van een boom van een vent, de naam 'Berk' meer dan waardig. Dat ik achteraf zowat leegbloedde vergeten we er ook maar lekker bij, want ik kreeg in ruil wel een heerlijk ventje cadeau. Een baby waarvan zijn humeur recht evenredig is met zijn lengte. Een hummeltje die nu al menig eierstokken doet rammelen en vrouwen kan verleiden met één goed gemikte blik en een stralende lach. Een casanova in de dop waar we allemaal verliefd op zijn zelfs als hij ons midden in de nacht attent maakt op zijn aanwezigheid. Hij ligt hier momenteel trouwens ook solidair kramperig te wezen met mij, net zoals we 6 maanden geleden ook samen het hoofdstuk 'bevallen, part 4' afsloten. Op naar nog veel meer mooie herinneringen met onze Birke Beria, zoals hij ondertussen in de wandelgangen wordt genoemd. Maar eerst proberen deze nacht wat beter te besteden en nog wat slaap mee te pikken.
Slaapwel.


dinsdag 10 maart 2015

Vaderschapsblues

Moeder natuur kan bijzonder wreed uit de hoek komen. Zo schept ze er blijkbaar een geweldig genoegen in om bepaalde species te koppelen aan het foute type partner, getuige daarvan zijn onder andere het halfopgevreten bidsprinkhaanmannetje en de vele minnaars van de zwarte weduwe.
Zelf liep ik al van in mijn tienertijd luidkeels te verkondigen dat ik heel graag baby's wou: snel, en veel! Een niet mis te verstane boodschap voor al mijn potentiële vrijers. Op mijn zeventiende werd ik halsoverkop verliefd op mijn huidige levensgezel, een man met wie ik menig interesses deel maar als er één ding is dat hij niet kan uitstaan dan zijn het wel baby's.
Ja u leest het goed.
De sloeber die me menigmaal heeft bezwangerd houdt eigenlijk helemaal niet van het eindproduct dat hij fabriceert. Net zoals een bakker met liefde een taart in de oven zou schuiven om ze na het afbakken met een blik vol walging in zijn etalage te droppen en er zeker niet zelf van te eten. Of een bierbrouwer die geheelonthouder blijkt te zijn.
Hij vindt borelingen lawaaierige, hulpeloze, lichaamssappenspuiende ondingen, zelfs al zijn ze van eigen kweek. Het is bovendien niet eens een verborgen afkeer die hij koestert, hij komt er gewoon spontaan voor uit. Leg ik onze bébé even bij hem in de zetel om eens handsfree een toiletstop te kunnen maken dan krijg ik meteen een zuur gezicht en een ongevraagde uitleg 'je weet toch dat ik dat niet graag doe'. Waag ik mij aan een badmoment als Birke net slaapt, dan mag ik er zeker van zijn dat ik na 10 minuten al een huilende zuigeling in de badkamer heb en een wanhopige vader die welgeteld 60 seconden geprobeerd heeft om hem te troosten en het enkel maar erger schijnt te maken. Ik vroeg hem onlangs waarom hij zo'n antipathie vertoont tegenover een klein rozig wezentje en toen vergeleek hij zowaar mijn lieveling met een 'bewegend hoopje filet américain'.
Zijn motto zou eigenlijk op zijn borst getatoeëerd moeten worden 'ik hou van de daad maar niet van het resultaat van mijn zaad', zodat een gewaarschuwde vrouw weet waar ze aan begint vooraleer ze een jong probeert groot te brengen met hem.
En toch zou ik het zo opnieuw doen.
Niet alleen ben ik ontzettend tevreden over de prachtige combinaties die onze genen samen voortbrengen, zo'n moppersmurf als oudeheer levert ook wel voordelen op voor de vrouw. Zo kon ik lekker mijn ding doen tijdens de zwangerschap en de daaropvolgende kraamtijd: het geboortekaartje gunde hij amper een blik (had ik er opgezet 'kind van Evelien en Godzilla, hij had het niet gemerkt), alle babygerelateerde aankopen kon ik blindelings doen, ik hoefde hem niet spartelend aan boord te krijgen bij vreemde wendingen zoals katoenen luiers, thuisbevallingen, rapley-eten en borstvoeding na 6 maanden en zelfs de schoolkeuze liet hij in mijn deskundige handen over. Bovendien geniet ik ongestoord het alleenrecht op mijn pasgeboren wurmpjes en kan ik ze heerlijk lang bij mij dragen, knuffelen en koesteren.
Want vergis je niet, hij mag dan wel geen fan zijn van zuigelingen, van zodra ze wat ouder worden dan staat hij wel voor ze paraat. Ik schat dat het ergens rond de leeftijd van 18 maanden begint, wanneer de eerste waggelende stapjes gezet zijn en het schreeuwen is overgegaan in het brabbelen van het allerschattigste 'papapapa' en 'mamammmmama'. De kleine mollige pollekes worden uitgestrekt en dan kan hij zichzelf niet langer inhouden om toch eens spontaan zijn eigen gebroed op te pakken. Alles komt dus uiteindelijk goed, ik mag dan wel een vent gekozen hebben met een aversie voor baby's, dat weerhield me niet om er toch lekker veel te maken. Nog altijd een betere keuze dan Godzilla, me dunkt.

zaterdag 28 februari 2015

Kut met ballen

Af en toe word ik overvallen door een hele vreemde drang, namelijk de goesting om nog eens naar 'den Ikea' te gaan. Ik worstel altijd even wanneer ik die behoefte voel opkomen want ik weet sowieso dat ik er achteraf spijt van ga hebben, en toch overwint de begeerte het meestal.
Eigenlijk staat zo'n zweudse shopkeuten vol plastiek aan dumpingprijzen haaks op de principes die ik nastreef om zoveel mogelijk tweedehands en verantwoord spul aan te schaffen, en toch word ik onherroepelijk meegezogen in de lokroep van Billy, Pax en hun gedemonteerde vrienden. Ik heb geprobeerd te analyseren hoe dit gevoel veroorzaakt wordt want mijn dierbare echtgenoot deelt deze sporadische passie niet, integendeel voor hem is zo'n tripje het voorgeborchte naar de hel.
Volgens mij is het toonzaaltrappelen tussen al die fake geïnstalleerde woonruimtes gewoon omdat we hier zelf in een bouwval leven, en ik dus uit gemis graag eens in een tot in de puntjes ingerichte living vertoef. Verder geeft het aankopen van nieuwe opbergdozen bij mij altijd de aanzet tot het effectief wegruimen van een heleboel rommel en dat schept ook rust in het hoofd. En tenslotte ben ik stiekem fan van de ballen en de amandel-chocoladetaart, al moet ik bij de eerste tegenwoordig de saus laten wegens niet koemelkvrij en van de laatste mag ik helemaal niet meer proeven.
Vorige week jeukte het dus opnieuw, en met als excuus dat Cas klemlampjes nodig had voor zijn muziekinstallatie, trok ik IKEA-waarts.
Ik had eigenlijk al meteen de wind tegen. Mijn derde kind wilde namelijk niet naar school die dag en op de E17 naar Gent stond er blijkbaar een file. Ik wou dan wel graag gaan brolwinkelen maar ik ben nu ook niet zo gek om met een peuter en een baby die een hekel heeft aan de maxi-cosi, vrijwillig in een autorij te gaan aanschuiven voor een dik uur. Dan maar naar Frankrijk, in Lille is er ook eentje en die is eigenlijk nog dichter dan Gent, maar de prijzen zijn er meestal iets duurder. Tijd is echter ook kostbaar en geduld nog meer, dus ik stak vermetel de landsgrens over (wat een mens allemaal niet overheeft voor een plastieken bak).
Om de verplaatsing toch iets verantwoorder te maken vraag ik meestal op voorhand aan lotgenoten of ze nog iets nodig hebben, zodoende kan ik het voor mezelf rechtvaardigen dat ik eigenlijk aan naastenliefde doe door te shoppen voor werkende mensen met een tekort aan tijd.
De 3-jarige vond het eerst heel spannend, al moet ik bekennen dat zijn favoriete uitstap sowieso 'de winkel' in het algemeen is, daar is hij altijd wel voor te vinden, onze kleine kapitalist. Na enkele showroomkamers was de fun er echter af en moesten we in sneltreinvaart door de overvloed om een donut te gaan eten in het restaurant. Klein meneertje was ook blij want die kreeg een vloeibaar aperitiefje en we konden vervolgens onze weg verderzetten in de donkere krochten van het magazijn. Nadat ik alles had afgevinkt van ons lijstje en tevreden in mijn karretje staarde omdat ik netjes binnen beperkt budget was gebleven besloot ik van toch nog te blijven en voor de kötbullar te gaan. Daarvoor diende ik eerst mijn gekochte goedje nog in de voiture te dumpen, maar dat was buiten de veranderde parkingregels gerekend. Om te vermijden dat de parkeerplaats vol verdwaalde karren zou staan hadden ze overal paaltjes gezet zodat geen enkele winkelkar nog tot bij de auto geraakte, je moest zorgen dat je wagen maar bij de kar terecht kwam. Waarschijnlijk zitten de ikea-bazen dan op de bovenverdieping in hun kantoren met verrekijkers te gluren naar alle vloekende huisvrouwen die met een zootje spullen in hun handen en kinderen die alle kanten op hollen naar hun vehikel strompelen, hilariteit verzekerd. Volgens mij worden er zelfs weddenschappen gesloten wat er het eerst zal vallen: de baby of de boekenkast.
Van daar af begon mijn vrolijke bezoekje eigenlijk bergaf te gaan. Wat toen nog volgde zijn: een overvolle eetkantine, ballen met vieze frieten die mij helemaal niet gesmaakt hebben, een toiletbezoek met een wriemelende baby op de arm en een slotopenprutsende peuter én een pot zonder bril, diezelfde peuter die een scène maakte omdat hij geen tweede donut mocht, het ontbreken van een borstvoedingsplek waardoor ik op een toonzaaltienerbed heb zitten voeden en de kleine een geut melk teruggaf op de kleurige 'kötsa'-lakens, het besef dat ik de herlaadbare batterijen die ik eigenlijk nog het meest nodig had vergeten te kopen was en de wrange nasmaak van schuld en goedkoop eten die ik meteen kreeg bij buitenkomst. Ik ben bovendien nog de hele namiddag misselijk geweest van de afschuwelijke aardappelgedrochten die ze 'frites' durfden noemen.
Hopelijk heb ik nu mijn lesje geleerd en kan ik de drang naar zelfbouwpaketten weer voor lange tijd onderdrukken. Ik ga maar lekker weer massieve kasten en gebruikte curverbakken gaan scoren in de kringloop. Zonder ballen maar ook zonder schuld en boete.

donderdag 19 februari 2015

Piemelparty

'Spijtig dat het geen meisje is'
Baby 4 was nog niet geboren of hij had het al verkorven door van het verkeerde geslacht te zijn.
Telkens als men mij naar de samenstelling van ons gezinnetje vraagt dan krijgt mijn dochter meteen een blik vol medeleven en mijn man een schampere opmerking dat hij 'toch beter nog een meisje had gemaakt'. Hij heeft het nochtans geprobeerd hoor, de stakker, want hij wou zelf ook heel graag nog een tweede prinsesje maar helaas draaide de fabriek na Bente enkel nog mannenmodellen.
Ze zit dus gesandwiched tussen een oudere en 2 jongere broers, ons arm schaapje. Dat is tenminste wat de goegemeente er van denkt, als we dan toch per se een vierde wilden (euhm dat was eigenlijk niet gepland) dan konden we enkel maar een meisje baren want blijkbaar is de hele wereld anders uit balans.
Ik geef ruiterlijk toe dat ik ook best wel nog een mini-juffertje wilde, na al dat jongensgeweld, maar sinds onze Birke er is zou ik heb voor geen goud meer willen ruilen.
Veel testosteron in ons huis dus, maar niet al mijn venten blijken even stoer te zijn als van ze verwacht wordt. Zo is Folke eigenlijk stiekem een klein beetje een zusje voor Bente, want hij doet niks liever dan samen met haar 'bajbies' aankleden, theekransje organiseren en zich verkleden als prinses. Hij is ook haar favoriete zetelpartner om samen naar films in roze dvd-hoesjes te kijken over vliegende pony's, zeemeerminmeiden en pratende poesjes. Maar deze week maakte hij het plaatje compleet door ook vestimentair aan te sluiten bij zijn geliefde zuster. Toen ik Bente haar kapsel in model bracht, kwam meneertje Folke bedelen om ook 'een staartje' te mogen. Dat was op maandag.
Op dinsdag wou hij er plots al 2, en ik draaide zonder verpinken 2 roze elastiekjes in zijn blonde krullen.
Op dag drie bleef hij standvastig vasthouden aan zijn nieuwe coiffure, al bij het ontwaken kwam hij aangetrippeld met de haarborstel en eiste dat ik aan zijn nieuwe look zou werken. Vandaag wou hij er ook een rokje bij, en we haalden een exemplaar uit Bente haar kast die hij over zijn broek aan trok, waarna hij pauwentrots rondjes draaide om het zwiereffect te testen.
Ik ben ondertussen al buiten geweest en in elke winkel werd naar hem gerefereerd als 'ze', 'zij' of 'uw dochtertje'. Ik antwoord dan losjes dat het een jongen is maar dat ik hun vergissing wel kon begrijpen, hij maakt het er natuurlijk niet gemakkelijk op. De daaropvolgende blikken kan ik dan categoriseren volgens de de verschillende graden van 'slecht moederschap' die me toegediend worden:
1) Hmm, die kleedt haar jongen aan als een meisje. Het ventje lijkt er plezier in te hebben dus dan zal het wel geen kwaad kunnen zeker. Best wel grappig eigenlijk en toch goed dat de mama dit toestaat maar zelf zou ik dit niet durven.
2) Weer zo'n hippie die een vrije opvoeding geeft aan haar gebroed. Zie die kleine er nu bijlopen, bij ons zou dat geen waar zijn. Die krijgt waarschijnlijk ook nog borstvoeding voor ze hem in de bakfiets zet om naar de bioshop te rijden. Raar volk, maar gelukkig niet gevaarlijk.
3) Je reinste kindermishandeling! Die weet zeker niet dat je kind homoseksueel kan worden als hij als een meisje gekleed op straat loopt. Zou ik de politie bellen of hou ik het gewoon bij een lange blik vol afschuw en doem? Ze zouden zo'n mensen moeten steriliseren voor ze nog meer kinderen kunnen 'kopen' en die dan mismeesteren. In wat voor wereld leven wij eigenlijk tegenwoordig?

Veel onbegrip dus, maar daar trekt de kleine vriend zich allemaal lekker niets van aan, het kereltje beseft niet dat de staartjes die vrolijk op zijn hoofdje wapperen commotie kunnen teweeg brengen, voor hem zijn het namelijk gewoon 2 'voelsprieten' om monster te kunnen spelen. Het heeft dus helemaal niets te maken met gender of sekse, maar met de grenzeloze fantasie van een 3-jarige die nog geen maatschappelijke beperkingen voelt en onbezorgd kind wil zijn. En dan laat deze slechte moeder dat gewoon lekker toe. En geniet ik keihard om eventjes het gevoel van 2 dochters en 2 zonen te hebben, lekker evenwichtig toch?





donderdag 12 februari 2015

Uit de hand gelopen.

'Of ik misschien nog een oude rits had, en een paar knopen?'
Ze vroeg het terloops op vrijdag, toen ik Folke in de klas ging afzetten.
Isabelle is nu al 6 jaar de klasbegeleidster van de peutertjes, ze is samen met mijn oudste zoon gestart en ik zou geen andere vervangmama voor mijn baby's kunnen wensen. Ik blijf dan ook regelmatig 'hangen' in het lokaal, een luxe die ik mij kan permitteren omdat ik toevallig altijd in zwangerschapsverlof ben als de jongste start op school. Hoe we dat over 2 jaar gaan oplossen met Birke weet ik dus nog niet want nog een extra kostganger is helaas geen optie.
Dat rondlummelen tussen hummels die niet eens de mijne zijn, vertaalt zich vaak in het voorlezen van een verhaaltje, het meehelpen knutselen of het simpelweg vegen van snottebellenneusjes. In een ver verleden was ik vast kleuterjuf of gouvernante want ik word op onverklaarbare wijze aangetrokken door dat klein grut. Of ik hou gewoon van de geur van plasbroeken en snot, dat kan ook natuurlijk.
Isabelle vouwde haar plan uit de doeken. Om de kleintjes meer te stimuleren wou ze een paar 'experimenteerplaten' maken. Een schuifslot om open en dicht te doen, een rits om te leren ritsen, een knoop, een stuk touw geplakt op een stuk karton, ...
Ze wist natuurlijk dat ze bij mij aan het juiste adres zou zijn. Knopen en ritsen heb ik namelijk in overvloed, genoeg zelfs om een halve stad te voorzien van een nieuwe munteenheid in geval van euro-devaluatie. Ik kan geen kringloopwinkel uitkomen zonder wat naaiaccessoires, ik geloof zelfs dat ik die al kocht nog voor ik ooit een naaimachine had aangeraakt. Naast een enorme voorraad stof (lees: de grootste IKEA-vakkenkast vol + nog enkele curverbakken met kleinere 'restjes') ben ik de trotse bezitter van een knopenverzameling om U tegen te zeggen. Zelfs al naai ik de rest van mijn leven wekelijks een broek of een hemdje, dan krijg ik ze vast nog niet allemaal weggewerkt.
Ik kon er dus gerust enkele missen, bovendien was ik fan van haar plan.
Maar meteen zag ik al een praktisch probleem. Hoe zou ze die knopen bevestigen op een bord? Ik kon ze misschien best op een lapje stof naaien. O ja, en ik had ook nog van die leuke kleurrijke kamsnaps liggen (voor de leken: plastieken drukknoopjes), zou dat niet tof zijn?
Het kwaad was geschied.
Een simpele vraag om een knoopje had in mijn brein een lawine aan ideeën in gang gezet, een bal creativiteit die niet meer te stoppen was voor hij als een verwoestende tornado over mijn schaarse vrije tijd zou gewalst hebben.
Op de bakfiets naar huis kreeg mijn concept verder vorm. Ik zou gewoon helemaal zelf zo'n ding maken, ik had vast genoeg verschillende spullen om een proefplankje te fabriceren, ik bespaarde Isabelle het werk zodat ze zich ten volle kon storten op de ontwikkeling van mijn zoon en zijn vriendjes.
Thuis verzamelde ik enkele ritsen, knopen, sluitingen (houtje touwtjes die ik al eeuwen liggen had, waar ik nooit iets mee maakte maar die ik te leuk vond om weg te doen) en een verkeerd aangekochte legplank. Ik bedacht dat er ook nog iets met velcro kon gedaan worden en daar escaleerde het opnieuw in mijn hoofd: er moest en zou een mannetje opkomen met verwisselbare kleren en pruikjes, een simpele velcro-sluiting was weer niet genoeg voor de masochistische moeder.
Uiteindelijk werkte ik er in het weekend een paar uur aan en toen besefte ik dat het allemaal 'te' zou zijn om en passant eens binnen te smijten in de klas. Om het een beetje te kaderen kon ik er best het cadeau van maken dat Folke voor zijn verjaardag aan het klasje zou schenken. Op onze school worden er namelijk geen individuele traktaties gegeven, maar bak je gewoon een cake of doneer je een stuk speelgoed of een boek waar de hele meute baat bij heeft.
Weer een schitterende wending van mijn probleemoplossend denkvermogen, ware het niet dat die bewuste verjaardag al 4 dagen later plaatsvond. En met 4 kinderen en een eigen zaak zijn  de naaimomenten op 1 hand te tellen. Alarmfase 3 dus en alle hens aan dek om af te werken waar ik zo vermetel aan begonnen was, anders bestond de kans dat het in de schuif 'half afgewerkte projecten' terecht kwam, een bodemloze put vol troosteloze items zoals kapotgeknipte kniesokken die ooit beenverwarmers moesten worden, een gescheurd kersenpitkussentje die een nieuw hoesje moet krijgen en een t-shirt van Bente waarop ik een applicatie wou maken maar die ondertussen al 2 maten te klein is.
Of mijn megalomaan model dan toch is afgeraakt kun je al raden waarschijnlijk, anders zou ik er geen blogpost aan besteden. Laat ik zeggen dat de reacties van de klasgenootjes en van onze juf zelf, de tijdsinvestering en de stress meer dan goed maakten, onze driejarige was deze morgen zo fier als een gieter toen hij het grote pak mocht openscheuren voor de ogen van zijn nieuwsgierige  klasmakkers.
Maar de volgende keer dat mijn hoofd weer op hol slaat zal ik mijn vingers in mijn oren stoppen en een vrolijk deuntje neuriën, in de hoop dat het vanzelf overgaat. Misschien komt er dan ooit een moment dat ik eens lekker lui in de zetel kan neerploffen en genieten van het nietsdoen, zoals mijn echtgenoot dat wel eens kan. Een fotootje kan er in elk geval nog vanaf:





donderdag 5 februari 2015

Opzij, opzij, opzij, ...

Toen ik 4 maanden geleden herstartte met de blog, had ik mezelf beloofd om regelmatig iets te komen schrijven en niet opnieuw van de radar te verdwijnen. Vlak na de bevalling had ik vreemd genoeg nog tijd om na te denken en zelfs neer te pennen wat er zoal door mijn hoofd spookte. We waren nog geen nieuwjaar of mijn goede voornemen was al vervlogen als een scheet in de wind.
Deze keer was een nieuwe telg hieraan schuldig, want we mochten namelijk onze Cassimir welkom heten.
De ietwat intelligente lezer zal meteen door hebben dat het hier niet om nog een extra koter kan gaan, aangezien het meest verse exemplaar nog geen 5 maanden op de teller heeft staan. Het betreft wel Cas zijn nieuwe cafeetje.
Na een moeizame olifantendracht van wel meer dan twee-en-een-half jaar, verbouwingen die nog zwaarder waren dan diegene in mijn eigen lijf dat vier keer omgewoond werd, en een uitdrijvingsfase vol administratieve rompslomp die wel een eeuwigheid leek te duren, werd dan uiteindelijk op 1 januari de opening van onze zaak een feit. Er was dan ook meer dan 10 cm nodig om alle nieuwsgierigen binnen te laten, de helft van Kortrijk zat ondertussen in spanning om ten langen leste te zien wat Cas al die maanden had uitgespookt. Het voorbije jaar hadden we geen stap meer buiten kunnen zetten zonder dat één of andere voormalige klant (of 'patiënt' zoals mijn wederhelft ze wel eens placht te noemen) de gevleugelde vraag 'enwanneergajenuopen?' stelde.
De eerste weken waren dan ook nogal hectisch, op zijn zachtst gezegd. Manlief moet weer omschakelen van een dag naar een namiddag/nacht-ritme, wat inhoudt dat hij opstaat rond de middag, om 15u vertrekt naar zijn werk, om 20u15 thuis komt en nog geen 10 minuten later dan de deuren van de kroeg openzet. Meestal sluit hij de gordijnen pas ver na middernacht, wanneer hij afgepeigerd in onze bedstee rolt (voor de zekerheid ligt baby B in de cosleeper rechts van mij). Ik sta er nu dus meer dan ooit alleen voor in de ochtend- en avondspits, en dat in volle winterperiode.
Ervaren ouders weten dat het op winterochtenden altijd veel langer duurt eer je je gebroed het huis uit krijgt, want ten eerste doen ze mini-winterslaapjes waaruit je ze onmogelijk wakker kan maken zonder een rothumeur te genereren (behalve in het weekend, dan zijn ze standaard fris en monter om 5u49), daarna krijg je ze met geen stokken uit hun pyjama want daarvoor is het veel te koud in huis en als ze dan toch enigszins gekleed, gekamd en gevoed voor de deur staan dan mag je nog op zeker een halfuur rekenen vooraleer ze hun handschoenen, muts, sjaal, jas, handenmof, bivakmuts, oorwarmers, beenverwarmers, teenverwarmers, neusdop, ... kortom alles samen genoeg textiel om een leger daklozen warm te houden, verzameld hebben en er het juiste lichaamsdeel mee bedekken. En dan zwijg ik nog over het instappen in de bakfiets en de daaropvolgende discussies over de voorkeur van zitplaats, het wel of niet willen van een dekentje, het verschuiven van datzelfde dekentje in de verkeerde richting, één van de bovengenoemde kledingstukken die blijven haperen is aan de rits van de bakfiets en dus weer opnieuw moet aangetrokken worden (liefst in rituele volgorde zodat je dus helemaal van voorafaan kan beginnen), de boekentassen die er bij gepuzzeld moeten worden, de batterijen van het voorlicht die altijd net plat blijken wanneer je wil vertrekken en de sleutels die zichzelf verplaatsen op het cruciale moment waarop je wil wegrijden.
Een mens zou al moe worden van dit gewoon te typen, en toch moet ik het 5 keer per week doorstaan, de kinderen ondertussen steeds aanmanend van stil te zijn 'want de papa slaapt en heeft hard gewerkt' en toch de juiste dosis autoriteit in mijn fluisterstem krijgen zodat ze niet blijven lanterfanten op de trap.
Genoeg stof om nog wat blogposts over te schrijven zou ik denken, en laat dat dan maar mijn goede voornemen voor dit jaar zijn: wanneer de tijd het mij toelaat hier af en toe stoom komen aflaten en de mensen een blik gunnen in de chaos van LolinkaLand. Eens zien hoe lang ik het deze keer kan volhouden...